14/11/2025
Werkplaatsmecanicien(ne)
Vivaqua
regio Brussel
IN THE FIELD
Maintenance Magazine 141 – september 2018
Maintenancebeheer van de Parijse brandweer gedigitaliseerd
De brandweer van Parijs (Brigade de Sapeurs-Pompiers de Paris – BSPP), is de grootste van Europa en de derde wereldwijd, na Tokio en New-York. De 8.500 brandweerlui verzorgen een bevolking van 7 miljoen mensen op een grondgebied van zo’n 800 km2. Jaarlijks komt de brigade zo’n 14.000 keer tussen bij brand maar ze kent ook meer dan een half miljoen interventies (ze verzorgt immers ook de spoeddiensten van de stad), stijgend met 5% per jaar. Een zware last, ook voor hun materiaal én voertuigen. Om het onderhoud daarvan te optimaliseren en aan beschikbaarheid te winnen, is gekozen voor een preventieplanning. Daarbij doet de brigade, die logistiek en operationeel autonoom werkt, een beroep op Carl Software.
De logistieke divisie van de BSPP besliste in 2014 om haar maintenance op een nieuwe leest te schoeien en de eerder in huis ontwikkelde software, die het niet meer trok, te vervangen. Zo wou men o.a. de procedures van de verschillende diensten door goede maintenancepraktijken vervangen en voorzien in een gemeenschappelijk informatiesysteem. Uiteindelijk is gekozen voor Carl Source van Carl Software, dat met Carl Pilot eveneens het stappenplan uittekende. Het eerste resultaat werd acht maanden later uitgerold. De eerste diensten stapten in januari 2016 in het systeem.
Voor Michael Arnaud van CARL Software was de grootste uitdaging de complexiteit tussen lastenboek en de realiteit in de vele ateliers. Niet simpel want niet één maar vijf verschillende lastenboeken, één voor elk functioneel domein : BMCO (Brigade Maintien en Conditions Opérationnelles), BOSI (Bureau Organisation des Systèmes d’Information) en de departementen menselijke ondersteuning en infrastructuren… “Dank zij de enorme betrokkenheid van de BSPP-teams wordt dit een geslaagd project.” Daarmee doelt hij o.a. op de inbreng van de projectgroep die vooral uit brandweerlui bestond. “Enthousiaste autodidacten”, benadrukte Luitenant-Kolonel Ambroise Permalnaïck, projectchef bij de BMCO van de logistieke divisie van de BSPP.
Wat wordt verwacht van deze managementsoftware? “Dat we tegemoetkomen aan de regelgevende eisen, te allen tijde de toestand van ons park kennen en de maintenance kunnen optimaliseren zodat we via preventieplanning aan beschikbaarheid winnen”, schetst Permalnaïck. De BMCO verzamelt nu al twee jaar data. Het is de bedoeling die te stabiliseren en te gaan ontginnen.
Niet alle diensten volgden even vlot. “Ik moest stappen achteruit zetten om weer vooruit te komen en de adhesie te vergroten. Sommigen bleven de oude software gebruiken. Zo’n veranderingsproces vergt veel communicatie. We hebben het voordeel dat we militairen zijn. Nu gaan we vooruit.” (nvdr: zie kader) Vandaag telt het systeem dagelijks zo’n 150 à 200 connecties. Het is zijn ambitie om de software tot diep in de compagnieën te ontplooien en nog meer gebruikers te betrekken.
Optimalisatie van het onderhoud
De BMCO staat in voor het basisonderhoud van het rollend materiaal, m.a.w. revisies, smeringen, filters… van 300 vrachtwagens, 710 lichte voertuigen, 50 aanhangwagens, 30 vaartuigen en 10 bussen die samen jaarlijks 1,8 miljoen liter diesel verbruiken, 14.000 liter benzine, 23.000 liter smeermiddelen, 25.000 liter bevochtigingsmiddel, 5 ton bluspoeders en 800 m³ gas. Maar ook voor alle uitrusting, kledij, gebouwen, informatica, communicatie,…
Drie diensten gebruiken de ‘Carl Source’ maintenancebeheersoftware nu al twee jaar. Die beheert de uitrusting, zet de interventies uit alsook het voorgeschreven en preventief onderhoud, beheert de voorraden,… Men zou kunnen doortrekken naar ‘aankopen’ maar vooralsnog is er geen interface met de bestaande procedures, dus “nu nog niet.”
Er steken wel zo’n 7.200 materiaalnummers in waarvan de historiek opgevolgd wordt en zo’n 2.000 preventieve onderhoudsplannen. “Vroeger kwam een voertuig binnen op ‘kilometer’. Nu komt het, afhankelijk van het type voertuig, elke vier maanden tot een jaar, binnen en geeft de software aan wat er dient te gebeuren.” Tegelijk werd het onderhoud geoptimaliseerd. “Vroeger kwamen ambulances alle drie maanden binnen en op vier maanden werden de remschijven vervangen. Nu gebeurt alles op vier maanden.”
Het atelier scoort zowat 60 % preventief onderhoud en 40% curatief onderhoud. Men registreert nog zo’n 730 dépannages per jaar. Het management wil het preventieve luik nog optrekken. De brandweer is niet ongevalvrij. Ze kent zo’n 500 à 700 verkeersongevallen per jaar.
Sommige zaken ontbreken. Het onderhoudsboekje van de voertuigen, bijvoorbeeld, komt er niet in. Dat is een bewuste keuze “om het geheel niet nodeloos te bezwaren”, aldus Permalnaïck die het functioneel wil houden. Zijn voornaamste doel is nu de resterende twee diensten te betrekken. “Bij zo’n projecten weet je waar je begint maar niet waar je eindigt.” Uitlopende implementatietijden hebben een impact op budgetten. “De voorbije jaren was de diesel goedkoop, wat budgetten vrijmaakte. Het project leeft.”
Eerste en tweede lijn
Ons bezoek begon bij het ochtendappèl van de 28e Compagnie in de kazerne van Nanterre. Elke compagnie controleert al haar voertuigen, pompen en klein materieel, zoals zuurstofmaskers en beschermingskledij op hun aanwezigheid, werking en kwaliteit. Eventuele problemen worden in eerste lijn aangepakt. Wat niet onmiddellijk opgelost kan worden, wordt geregistreerd in SYGAL (SYstème de Gestion et d’Aide à la Logistique), dat bouwt op de Carl Source-software, en doorgeschoven naar de tweede lijnzorg in het maintenancecenter in het Voluceau kamp, in Bailly-Rocquencourt bij Versailles. Dat stuurt bijvoorbeeld een vervangvoertuig en haalt het defecte voertuig naar Voluceau voor herstel.
Daar heeft de onderhoudscompagnie 250 operationele en ondersteunende mensen die een 20-tal verschillende ambachten beheersen, van motor- en koetswerkherstel tot het herbouwen van krachtige pompen. We liepen er ook van het ladderatelier, dat de ladders en hun hydraulische systemen onderwerpt aan certificatieproeven en zorg, naar het atelier dat hetzelfde doet met persluchtflessen, gasmaskers en NBC-materiaal. “SYGAL is een ‘mouchard’. Hij verklikt alles wat er in de kazernes aan de hand is. Het is ook onze rol om ‘systematische fouten’ op te pikken”, aldus kapitein Fabien Lagaude. De software geeft een beeld van wat waar staat, wat wel en niet operationeel is omdat het een technische controle moet krijgen of onder handen genomen moet worden. <<
Door Luc De Smet
De BSPP werd opgericht nadat keizer Napoleon in 1811 in de Oostenrijkse ambassade bijna het slachtoffer van een brand werd. Sindsdien zijn de brandweerlui van Parijs ‘militairen’, eerst van de infanterie en nu van de genie. De BSPP komt tussen bij brand maar ook bij andere calamiteiten, risico’s en bedreigingen. Sinds 1945 is die ook belast met spoedhulp, nu goed voor zo’n 450.000 spoedinterventies per jaar.
Herbruikbaar
De meest bevraagde voertuigen bij de BSPP zijn ongetwijfeld de 160 VSAV’s (véhicules de secours et d’assistance à victimes). De nieuwste VSAV’s bestaan uit twee delen: enerzijds het voertuig met cabine,-een derde generatie Renault Master, anderzijds de functionele cel van het Franse TIB die er op komt. Terwijl het voertuig slijt en gemiddeld om de acht jaar aan vervangen toe is, heeft de herbruikbare cel een levensverwachting van een kwarteeuw.





