OMSLAGVERHAAL  
Maintenance Magazine 165 – oktober 2024

Onderhoud F-35 vergt opleiding op maat

In 2018 besliste de Belgische regering een luchtgevechtscapaciteit, gebaseerd op het F-35-wapensysteem, aan te kopen ter vervanging van de bestaande F-16. Het gaat vooral om 34 vliegtuigen, acht vluchtsimulators en bijhorend ‘support equipment’. De F-35 is als multi-role gevechtsvliegtuig inzetbaar voor alle opdrachten die aan de Belgische luchtmacht zijn toevertrouwd. Naast een aangepaste vertrekbasis hebben de toestellen ook onderhoud op maat nodig.

Militaire technici zullen het meeste onderhoud op de F-35A-toestellen uitvoeren. maar voor een deel van de taken heeft Defensie niet de nodige specialisten, expertise en soms zelfs bepaalde gereedschappen voor het volledige spectrum van onderhoud, modernisering en ondersteuning in huis.

Om die reden keurde de Belgische federale regering einde mei 2024, kort voor de parlementsverkiezingen, een ‘strategisch partnerschap voor de Belgische soevereine ondersteuningscapaciteit voor de F-35 goed, en – voor de uitvoering van dit partnerschap – de ontwikkeling van onderhoudscontracten met vier Belgische industriële bedrijven. Zij zullen samen met Defensie mee zorgen voor het onderhoud en het up-to-date houden van de Belgische F-35A-capaciteit tijdens de volledige levensduur van de toestellen. Uittredend minister van Defensie Ludivine Dedonder: “We gaan voor elk van deze contracten samenwerken met Belgische bedrijven en creëren zo extra economische return, werkgelegenheid en jobs voor tientallen jaren. De aanbestedingsprocedure is nog bezig, zodat Defensie nog geen namen van bedrijven kan vrijgeven.”

Specifieke expertise

Het eerste contract betreft het IT-management. Het Belgische leger beschikt over experten voor het onderhoud van het eigen computernetwerk en de eigen IT-systemen, maar niet over de specifieke expertise voor het complexe netwerksysteem van de F-35A. Het tweede contract betreft het onderhoud van de simulatoren. Met de komst van de F-35A zal veel meer worden geoefend en getraind op simulatoren. Dit is niet alleen kostefficiënter, maar laat vooral toe om het gebruik van alle sensoren, kortom de volledige capaciteit van de F-35A te kunnen trainen.

Ook voor engineering en lichte onder-steuning voor groot onderhoud, reparaties, en upgrades roept het leger externe hulp in, meer specifiek voor systemen zoals de stealth-capaciteit en voor het uitvoeren van groot en complex onderhoud op bepaalde systemen. Voor het op termijn upgraden van bepaalde systemen, is die externe expertise ook nodig. Het vierde contract regelt de nodige externe expertise nodig om de dynamische en constant veranderende vormingen en opleidingen te kunnen garanderen. Bij het nieuwe wapensysteem is een permanente vorming en opleiding van het personeel cruciaal om iedereen permanent up-to-date te houden over de nieuwste systemen.

Opleiding

In het tweede kwartaal van 2024 nam de eerste lichting Belgische techniekers en een klas toekomstige onderhoudsmanagers van de F-35 in het Academic Training Center op Eglin Air Force Base in Florida deel aan de F-35-opleiding. De meesten van deze in totaal 36 studenten zullen het eerste technische ondersteuningspersoneel vormen voor de vluchten vanaf de luchtmachtbasis van Florennes. Sommige specialisten zullen hun training voortzetten met meer praktijkgerichte training op de F-35A op Luke Air Force Base in Phoenix (Arizona).

De acht eerste voor België bestemde F-35A toestellen blijven daar gestationeerd voor de duur van de initiële opleiding van piloten en technici. De eerste lichting inbegrepen zullen de komende jaren, naast 48 piloten en 14 vluchtsimulatorinstructeurs, 120 Belgische technici hun omschakeling naar de F-35A volgen in de Verenigde Staten. De eerste piloten zijn in juni in Amerika gestart met hun F-35-opleiding. De opleiding in Amerika duurt minder dan een jaar. Daarna zetten de piloten hun training verder in België en voeren ze opdrachten uit.

Discretie over praktisch onderhoud

Het leger blijft erg discreet in het verstrekken van gegevens over de praktische gang van zaken in het onderhoud op korte en lange termijn van de toestellen. “Er is een netwerk opgezet om de beschikbaarheid en flexibiliteit van ons materieel, inclusief de F-35’s, te garanderen,” luidt het officiële antwoord, via de persdienst. “Dit netwerk telt zowel Belgische als internationale partners. “Bij de aankoop van de F-35 hoorde ook een initieel ondersteuningspakket. De inhoud en omvang daarvan worden bepaald in functie van de operationele vereisten en de daaraan verbonden beschikbaarheidsvereisten. Het F-35 Joint Program Office zorgt dat de nodige wisselstukken beschikbaar zijn. De gebruikers geven hun behoeften aan via een logistiek systeem. Internationale afspraken en regels bepalen hoe en waar leveringen plaatsvinden.”

Die discretie is ietwat vreemd, want al in 2018 had Lockheed Martin de Belgische bedrijven Sabena Aerospace en Ignition! geselecteerd om deel uit te maken van het ondersteuningsconcept van de toekomstige Belgische F-35-vloot. Dit concept werd daarna verder uitgewerkt in het partnernetwerk.

Aangepaste luchtmachtbasissen

De bestelde vliegtuigen zijn van het type F-35A. Het verschil met de types B en C is dat B wordt gemaakt voor ‘short take-off and landing’-operaties en C voor gebruik vanaf vliegdekschepen. De vliegtuigen en het materiaal zullen gelijk verdeeld worden over Florennes en Kleine-Brogel. Defensie verwacht de levering van de eerste F-35A jachtvliegtuigen in 2025 voor Florennes en in 2027 voor Kleine-Brogel.

De bestaande installaties op die basissen dateren uit de jaren vijftig en zestig. Ze zijn niet aangepast aan de vereisten van een hedendaags jachtvliegtuig. Daarom wordt op beide locaties een quasi identiek F-35-complex gebouwd. De bouwwerken in Florennes gingen in het voorjaar van 2023 van start, in Kleine-Brogel begonnen ze in mei 2024. Voor de uitvoering ervan, via een DBM-overheidsopdracht (design, build, maintain), staan als ontwerpbureaus Arcadis en het Amerikaanse Burns&McDonnel en als bouwbedrijf Jan De Nul in. Het onderhoudscontract loopt tot tien jaar na de voorlopige oplevering, met een optie tot verlenging met nog eens tien jaar. De opdracht is toegekend na onderhandelingen met drie consortia. Het contract is goed voor 650 miljoen euro, exclusief btw.

Het administratief bouwdeel bevat naast kantoor-en vergaderruimten ook de nodige basisvoorzieningen, zoals kleedkamers met douches, een cafetaria en koffiehoeken. Het logistieke bouwdeel omvat een stockageruimte voor wisselstukken en een infrastructuur voor het onderhoud van de F-35A. Die telt zes onderhoudsdokken en diverse ateliers, zoals deze voor het onderhoud van de motoren.

High-Secured Area

De High-Secured Area (HSA) is het meest beveiligde deel van het complex. Hier worden de trainingen en operaties gepland, en zullen de vluchtsimulators staan, vier per basis. Dit deel van de infrastructuur vereist een specifieke aandacht en een gecoördineerde aanpak met de Amerikaanse partners. De daarin betrokken installaties dienen immers aan de hoge Amerikaanse veiligheidsnormen te voldoen.

De ‘flightline’ wordt uitgerust met zestien ‘flightline aircraft shelters’ (FAS), een beveiligde huisvesting voor de jachtvliegtuigen, waar ook de eerstelijns servicing kan plaatsvinden. Vier van deze zestien shelters zullen specifiek dienen voor quick reaction alert-missies (QRA). Daar vlakbij komt een ‘ready storage building’ voor opslag van de bewapening voor de QRA. De nieuwbouw infrastructuur wordt in nauwe en logische relatie ingepland met de bestaande infrastructuur.

Nederland

Nederland, dat ook overstapt naar de F-35, voert als één van de eerste Europese landen zelfstandig het onderhoud van de F-35-motoren uit. Het kreeg hiervoor de officiële goedkeuring van het Amerikaanse F-35 Joint Program Office en doet dit in het F-35 National Air Vehicle Depot, een vernieuwde onderhoudshangar op Vliegbasis Woensdrecht, vlakbij de grens met België. In die hangar vond vroeger het onderhoud van de Nederlandse F-16’s plaats. In principe kunnen ook andere Europese F-35-gebruikers hier terecht voor het onderhoud van hun toestellen. Dat Nederland zo’n centrum kreeg is niet verwonderlijk. Nederland droeg bij aan de ontwikkeling van de F-35, België niet.

Ook Finland kreeg toelating om de F-35 in eigen land te onderhouden. Dit land, met een bevolking van minder dan de helft van de Belgische, bestelde wel 64 toestellen, bijna het dubbele van België. Dat kan doorwegen bij de onderhandelingen over economische compensaties.

Door Koen Mortelmans