VACATECH
Maintenance Magazine 165 – oktober 2024
Scholen en bedrijven pleiten voor behoud zevende jaren bij knelpuntberoepen
“Meer leerlingen sneller bedrijfsklaar maken”

Guy De Guchtenaere die ondersteuning biedt in sectie ‘training’ bij ArcelorMittalBelgium: “Een leerling is meer dan diploma, maturiteit speelt ook een rol. In het zevende jaar kunnen ze meer beroepsernst aan de dag leggen dankzij de stages en werkervaringen die ze opdoen.”

Directeur Tine Vlaemynck van het VTI Campus Vaartdijk “Voor sommige opleidingen zoals fotolassen bestaat geen graduaat. Dus als het VTI Brugge deze niet meer inricht, wie geeft deze opleiding dan nog?” (foto Ekkow Photography)
PreviousNextAlle leerjaren van het secundair onderwijs worden hervormd. De zevende jaren komen in het schooljaar 2025-2026 aan bod. Er is dan geen plaats meer voor het specialisatiejaar Se-n-Se (secundair-na-secundair) TSO op niveau 4. Leerlingen studeren dan af op niveau 3 of moeten naar het hoger onderwijs voor een graduaatsopleiding. Volgens scholen en bedrijven wordt de zoektocht naar deze veelgevraagde technische profielen zo alleen maar nijpender.
Richtpunt Campus Eeklo is de enige provinciale school die deze opleiding biedt, Vlaanderen telt in totaal nog 9 scholen die deze inrichten. “We hebben hier moderne machineparken, waarin stevig is geïnvesteerd. Leerlingen leren we in het zevende jaar zeer specifiek het onderhoudsprogramma aan zoals in de industrie. Ze werken net als in de bedrijven met een werkbon, vullen een laatste minuut risico analyse (LMRA) in die controleert of alles veilig is voor de werken starten, en zo meer. We stomen ze bedrijfsklaar”, schetst technisch adviseur Kevin Rouzeré van de afdeling mechanica. Dat dreigt allemaal weg te vallen met de onderwijshervorming.
Volgens docenten Peter en Jonas Cornelis, respectievelijk in mechanica en elektriciteit, betekent dit de doodsteek voor het technisch onderwijs. De technische opleidingen met specifieke kennis worden achteruit geduwd ten voordele van meer algemene vakken. Het aantal uren vermindert van 11 naar 5 uur. Dat is een halvering. “Alle leerstof van drie jaar geven in twee jaar kan misschien op papier, maar niet in de praktijk. Er vallen sowieso uren weg in technische vakken. Leerlingen kunnen zo nooit op hetzelfde niveau afstuderen”, legt Jonas meteen de vinger op de wonde. “Het duaal leren opdringen, is de opleiding deels doorschuiven naar de bedrijven. Heel wat kennis verdwijnt zo uit het onderwijs. Het wordt een eenzijdige opleiding waar we totaal niet achter kunnen staan”, vult Peter aan. Het gevolg is volgens Jonas ook dat jongeren te weinig ervaring opdoen: “Jongeren worden dan opgeleid in één bedrijf bij één tot twee machines. Ze krijgen nooit de kans om over te stappen naar een ander bedrijf en nieuwe machines te leren kennen en ervaringen op te doen die wij hen nu wel bieden.”
Charter voor behoud
Rouzeré wijst verder nog op de financiële implicaties van de hervorming: “Een zevende jaar is een meer betaalbare opleiding tegenover drie jaar hoger onderwijs met algemene vakken en bachelorproef. Bovendien willen heel wat leerlingen liever in één jaar tijd die kennis vergaren om vlot te kunnen starten in hun job. Die verandert trouwens ook als je afstudeert als bachelor in plaats van als Se-n-Se. Wie niet voor hoger onderwijs kiest, stroomt dan sowieso op een lager niveau 3 door naar de bedrijven. We horen nu al van bedrijven dat ze het er moeilijk mee hebben. Vooral middelgrote en kleine bedrijven hebben daar geen middelen en mensen voor. Zelfs in grote bedrijven valt het verder opleiden van de afgestudeerden op niveau 3 op de nek van de technici die al overbelast zijn. Er bestaat vandaag al een onevenwicht tussen het aantal vacatures en beschikbaar personeel. Op stagebezoeken horen we niets anders dan dat er een groot tekort is en het niveau van de afgestudeerden niet hoog genoeg is. Dit is al een knelpuntberoep. Het is heel vreemd dat ze daarin snoeien”, meent Rouzeré.
“Voor scholen scheelt het natuurlijk wel een slok op de borrel als ze niet meer moeten investeren in een machinepark. Ze doeken de opleidingen dan volledig op. De visvijver voor bedrijven wordt zo mogelijk nog kleiner.” Richtpunt Campus Eeklo blijft vechten voor het zevende jaar niveau 4 industriële onderhoudstechnieken. Elk jaar schrijven er zich gemiddeld acht leerlingen in, voor 2024-2025 zijn dat er al 12. “Elke leerling die we in onderhoud kunnen behouden, is een winst. Onderhoud is trouwens nodig in alle sectoren. De school doet net veel inspanningen om het beroep aantrekkelijker te maken. We kunnen nog een vol jaar vechten voor behoud en dat zijn we vast van plan”, klinkt het strijdvaardig. Met een charter zoekt de school steun bij bedrijven. “Meer dan vijftig bedrijven, onder wie ook grote, ondertekenden dit al”, weet Kevin Rouzeré, die eraan toevoegt dat ze in Eeklo een “schakeljaar” aanbieden als voorbereiding op het hoger onderwijs, net zoals in het VTI Brugge, wat later in dit artikel aan bod komt.
Grootste knelpuntberoep
BEMAS, de Belgische vakvereniging voor onderhoud, steunt het charter. Dat er al jarenlang een structureel tekort is aan onderhoudstechnici, is bevestigd door een rondvraag van BEMAS in het voorjaar van 2023. “Maar liefst 90 % van de bevraagde bedrijven vindt dat het tekort aan onderhoudstechnici het voornaamste actiepunt is. Dat is nu het grootste knelpuntberoep”, weet directeur Wim Vancauwenberghe. “Het afgelopen jaar telde Vlaanderen maar liefst 10.500 vacatures voor industriële technici. Een derde ervan (3.150) raakt nog steeds niet ingevuld. Dat is een probleem, want technische installaties die niet of gebrekkig worden onderhouden, krijgen vroeg of laat te maken met een defect, met alle gevolgen en ongemakken van dien.”
Slechts een 600-tal leerlingen studeerde in 2023 af in een onderhoudsopleiding. De BEMAS- rondvraag toont ook aan dat steeds minder scholen een zevende jaar onderhoud (Specialisatiejaar Industrieel Onderhoud in BSO of Se-N-Se Industriële Onderhoudstechnieken in TSO) effectief inrichten.
“Vorig schooljaar ging de opleiding door in 9 scholen, terwijl dit in 2014 nog in 18 scholen het geval was. Het aantal afgestudeerden zakte de voorbije twaalf jaar van 160 naar 56 nu. Acht hogescholen bieden graduaatsopleidingen in onderhoud aan en daar groeide het aantal leerlingen wel de voorbije jaren. Maar een 600-tal uitstromers is compleet ontoereikend om de openstaande vacatures in te vullen”, beklemtoont de directeur.
Nood aan stevige technische basis
Guy De Guchtenaere die ondersteuning biedt in sectie ‘training’ bij ArcelorMittalBelgium, is bezorgd over deze hervorming. “Ik geloof niet dat een leerling in zes jaar evenveel leert dan in zeven jaar. Dat laatste jaar afschaffen, is een besparingsmaatregel, maar ten koste van de kwaliteit. Het is net aan het onderwijs om de jongeren een stevige basis mee te geven, zeker omdat de technieken de afgelopen drie decennia sterk zijn geëvolueerd. De complexiteit neemt alleen maar toe. Als bedrijf steken we veel tijd en energie in het opleiden van onze mensen . De overheid kiest er nu voor om meer in de breedte te gaan opleiden, van alles wat mee te geven, maar niets ten gronde.”
“Het zevende jaar was een ideale opstap naar het bedrijfsleven. De leerlingen kregen nog meer specifieke kennis aangeleerd en hadden meer praktijkgerichte ervaring op zak. Daar moeten we nu zelf voor zorgen. Wij gaven overigens zelf opleidingen voor scholen.” De Guchtenaere ziet nog een ander voordeel aan een zevende schooljaar. “Een leerling is meer dan diploma, maturiteit speelt ook een rol. In het zesde jaar begint de volwassenheid, maar in het zevende jaar kunnen ze meer beroepsernst aan de dag leggen dankzij de stages en werkervaringen die ze opdoen.” Hij benadrukt tegelijkertijd dat de hervorming ArcelorMittal niet zal tegenhouden om zesdejaars aan te werven. “De vraag naar werkkrachten is groter dan het aanbod. We zullen zelf meer moeten opvangen. Steeds meer bedrijven richten al een eigen academie in. Maar is dat nu echt de richting die we uit moeten?”, vraagt De Guchtenaere zich af.
Voorbereidend jaar
Het VTI Brugge start het schooljaar met een jaar voorbereiding hoger onderwijs. “De graduaatsopleiding in het hoger onderwijs als alternatief, is niet voor iedereen weggelegd. Daarom starten we nu al met een naamloos zevende jaar: Voorbereiding Hoger Onderwijs (VHO)”, stelt Directeur Tine Vlaemynck van het VTI Campus Vaartdijk. “Deze opleiding geven we deels online en deels met een cursus. Dat schakeljaar omvat 28 uur algemene vakken, begeleid en met onderzoekscompetenties. Hoe ga je om met digitaal leren, een Powerpointpresentatie, en dit samen met een cursus. Het gaat ook over de spreektaal die er gehanteerd wordt. Hiervoor laten we cursisten al lessen volgen in het hoger onderwijs. In het tweede semester wordt het praktischer met projecten volgens hun interesses. Ook kunnen ze in het tweede semester al een cursus volgen in het hoger, voor maximaal 10 studiepunten. Dat biedt hen extra ruimte in het volgende schooljaar in het hoger onderwijs. Het VHO is bedoeld voor cursisten die wel de capaciteiten hebben om naar het hoger onderwijs door te stromen, maar door omstandigheden lager zitten. “Dat kan gaan van moeilijke thuissituaties tot een bepaalde houding of gedrag, die de toekomstkansen van de leerlingen beperkt.”
VTI Brugge blijft geloven in de zevende jaren, “maar bedrijven moeten bereid zijn om een werknemer van niveau 3 aan te werven.” Tine Vlaemynck is vast van plan om het zevende jaar te blijven inrichten, ook al krijgen de leerlingen dan geen diploma niveau 4 meer. “Voor sommige opleidingen zoals fotolassen bestaat geen graduaat. Dus als het VTI Brugge deze niet meer inricht, wie geeft deze opleiding dan nog? Ik vrees dat dan veel bedrijven met de handen in het haar zitten. Wij willen ook aantonen dat het zevende jaar wel waardevol blijft, net als vroeger. De kennis en praktijkervaring zal er zijn, ook al kunnen de leerlingen dat niet op papier bewijzen.”
De technische opleidingen bij het VTI Brugge zitten in de lift. In de tweede graad ziet ze een grote stijging in de richtingen voertuigtechnieken, elektriciteit en doorstroom. “Door het nieuwe gebouw kunnen we gaan voor een nieuwe aanpak in het onderwijs. Door de grote ruimtes en de samenhang tussen praktijk en theorie kunnen we leerkrachten laten samenwerken in meerdere projecten waardoor we een meerwaarde merken in de verschillende richtingen. Heel nieuw komend schooljaar zijn de podiuminstallaties en applicatie en databeheer. Tot juli schreven er zich al 764 leerlingen in, maar dat kon nog tot augustus. Het afgelopen jaar waren dat 715 leerlingen. In vergelijking met 2022 waren we toen met 9% gestegen. Ouders informeren zich ook al in het vijfde leerjaar over de opleidingen en schrijven sneller in. Vroeger gebeurde dat meer in het zesde leerjaar.”
Door Elke Lamens