VACATECH
Maintenance Magazine 161 – september 2023
Permanent leren in werkomgeving die continu evolueert
-
-

Wim Vancauwenberghe, BEMAS: “Het is hoog tijd dat deze profielen worden gevalideerd als waardevolle beroepen”
PreviousNext
Terwijl bedrijven schreeuwen om onderhoudstechnici daalt het aantal opleidingen en deelnemers. Deze trend baart BEMAS directeur Wim Vancauwenberghe zorgen. “Heel wat secundaire beroeps- en technische scholen schrappen het zevende jaar. De graduaten daarentegen zitten wel in de lift”, merkt hij op.
Het is een feit dat onderhoudstechnici al jaren een knelpuntberoep zijn. Vancauwenberghe schetst de situatie: “Jaarlijks studeren er gemiddeld zo’n 500 studenten af in de richtingen BSO, TSO, graduaat en professionele bachelor. Dit jaar alleen al kwamen er echter zo’n 10.000 vacatures voor technici bij in de online vacaturedatabank van de VDAB. Hiervan staan er nog zo’n 3.500 open. We zitten dus met een probleem. De kloof tussen beschikbare onderhoudstechnici en de vraag van bedrijven is alleen nog maar gegroeid.” Hier zijn twee grote redenen voor. In de eerste plaats daalt het aantal scholen dat een gerichte opleiding aanbiedt in technisch onderhoud. Waren dat er in de periode 2015 - 2016 nog 43, dan daalde dat in de periode 2022 - 2023 naar 32. Daarnaast sneuvelen steeds meer zevende specialisatiejaren in BSO- en TSO-scholen. De BEMAS directeur somt de voordelen op: “Nochtans hebben die zevende jaren wel wat toegevoegde waarde voor de industrie. De leerlingen leren er sleutelen, monteren en demonteren, en passen hun kennis toe tijdens hun bedrijfsstages.”
Populaire graduaten
“In de derde graad van het secundair onderwijs zien we wel dat er in de technische richtingen meer nadruk ligt op de montage- en demontagetechnieken. Op die manier krijgen de leerlingen toch onderhoudsvaardigheden mee. Bedrijven zitten erg verlegen om zogenaamde uitvoerende technici om de machines draaiende te kunnen houden. Daar moeten ze nu vaak hun beste mensen voor inschakelen.” Een positieve trend is dan weer dat de graduaten onderhoud op de hogescholen in de lift zitten. “Graduaten zijn opleidingen van twee jaar die sinds drie jaar bestaan. De student kan daarbij kiezen voor duaal leren of de reguliere opleiding. Studenten TSO die willen voortstuderen, verkiezen vaker een graduaat boven een zevende jaar. Het is een andere beleving en bovendien is er geen secundair diploma vereist om het graduaatsdiploma duaal leren te behalen. Dat biedt veel kansen. De afgestudeerden kunnen als technicus in een complexere werkomgeving aan de slag.” Verder trekt de professionele bachelor meer aan. “Deze opleiding is theoretisch meer onderbouwd. De afgestudeerden verwachten in de praktijk op termijn meer verantwoordelijkheden te krijgen. Dat maakt de opleiding aantrekkelijk.”
“Aan elke vinger drie bedrijven”
Amedee Beylemans, Opleidingshoofd Bachelor Elektromechanica – Graduaat Elektromechanische systemen – Graduaat HVAC – Bachelor Energiemanagement aan AP Hogeschool in Antwerpen, treedt dit volmondig bij. “Bedrijven werven gretig al mijn technische afstudeerders aan”, stelt hij de laatste jaren steeds meer vast. “Aan elke vinger kunnen ze kiezen tussen drie bedrijven. Ook bij de Bachelor EM is 95% van de afgestudeerden na drie maanden aan het werk.” Het opleidingshoofd verklaart het succes ook deels door het feit dat AP zeer goed is uitgerust. “Onze labo’s benaderen de realiteit van de hedendaagse werkvloer. Mede dankzij Europese fondsen kunnen we gelijke tred houden.” De interesse voor de opleidingen blijft groeien met 500 nieuwe studenten voor Graduaat EMS en Bachelor EM. Het aantal meisjes kunnen we echter nog op twee handen tellen. In elke richting studeerden er afgelopen schooljaar 120 studenten af. Steeds meer afgestudeerden, nu al tot een kwart, kiezen voor een schakelprogramma om voort te studeren aan UA. We werken onderzoeksmatig meer samen met de universiteit en de schakelprogramma’s zijn verbeterd voor die instroom”, verklaart Beylemans de toestroom.
Waardevolle beroepen
Dat de vraag van het bedrijfsleven groot is, merkte AP ook op hun eerste Talent Connect beurs afgelopen schooljaar. “Hierop schreven meteen 70 bedrijven in. Zij kwamen zo in contact met zowel onze afstudeerders, als eerstejaars graduaatstudenten die een werkplek zoeken, als tweedejaars bachelorstudenten die een stageplek zoeken.” Toch merkt Beylemans op dat techniek nog altijd niet op de eerste plaats komt als studiekeuze. “Nochtans is techniek moeilijk. Het idee dat bij heel wat ouders nog leeft van minderwaardig beroep, moeten we dringend ontkrachten. De digitalisering van onze maatschappij, manifesteert zich zeker in deze beroepen.” Dat ziet ook Van Cauwenberghe: “Maatschappelijk is er nog veel werk aan de winkel. Het is hoog tijd dat deze profielen worden gevalideerd als waardevolle beroepen. Anders blijven de gevolgen niet uit. Hebben we onvoldoende technici om de machines draaiende te houden, dan heeft dit ook zijn weerslag op de competitiviteit van onze bedrijven”, waarschuwt hij.
Individueel opleidingsrecht
De vraag naar onderhoudsopleidingen bij BEMAS kende sinds de pandemie een kleine terugval. Afgelopen jaar namen zo’n 1.600 werknemers deel aan meertalige webinars en seminars. BEMAS organiseert daarnaast ook kortlopende opleidingen van een dag of een week, maar ook een volwaardige opleidingscyclus maintenance en assetmanagement van een jaar. “In coronatijden hadden mensen meer tijd voor opleidingen. Daarnaast speelt hier het tekort aan technische profielen in bedrijven. Nochtans is er wel behoefte bij de bedrijven.” Een heel goede zaak vindt de directeur overigens de invoering van het individuele opleidingsrecht. Elke werknemer heeft sinds dit jaar vier dagen recht op opleiding, vanaf 2024 worden dat er vijf. “Dit kan de vraag naar opleidingen opnieuw doen stijgen. Voor de continuïteit van een bedrijf is het immers van belang om te werken met competente mensen, die beslagen op de werkvloer komen.” Om die grote vraag naar uitvoerende technici snel in te vullen, nemen bedrijven ook zelf veel initiatieven met interne opleidingen. “Grote bedrijven als een Arcelor Mittal starten een eigen academie op. Zo bereiken ze zij-instromers, die een andere opleiding genoten, maar toch de interesse of passie voor onderhoud hebben ontwikkeld. Er zijn dus verschillende wegen naar geschikte opleidingen in onderhoud vandaag”, concludeert de BEMAS directeur. “Met een werkomgeving die blijft veranderen, wordt permanente vorming steeds meer een must.”
Door Elke Lamens