VOORWOORD
Maintenance Magazine 154 – december 2021
Wie zorgt voor onze technici?
Nu een onverwacht sterke vierde golf de overheid verplicht tot het nemen van steeds strengere maatregelen, kan onze maintenance- en assetmanagement community opnieuw enkele interessante lessen trekken.
Na een intense vaccinatiecampagne in het voorjaar werden deze zomer alle andere preventiemaatregelen afgebouwd. Enkele maanden later blijkt dit niet de juiste aanpak. We dreigen capaciteit te kort te komen op intensieve zorgen. Dit komt echter niet alleen door de stijgende nood. De voorbije twee jaar hebben we als samenleving bijzonder veel verwacht van zorgmedewerkers. Velen onder hen haakten af of worden zelf ook (langdurig) ziek. De overblijvende zorgmedewerkers krijgen hierdoor nog meer werkdruk te verduren. Verschillende ziekenhuizen luiden de alarmbel, zo voert AZ Oudenaarde een opnamestop in door een tekort aan verplegend personeel. Nog tekenender is de gestage daling van de totale capaciteit van bedden op intensieve zorgen in de Belgische ziekenhuizen van meer dan 2.600 voor de coronacrisis tot minder dan 1.900 eind november. Het gevolg hiervan is dat reguliere zorg wordt uitgesteld …
Wat kunnen we hieruit leren?
Ook in de ‘technische gezondheidszorg’ worden we geregeld geconfronteerd met een ‘gezondheidscrisis’. Wanneer er storingen optreden, gaat alle aandacht van de Technische Dienst naar het blussen van brandhaarden en is er geen tijd meer voor regulier onderhoud. Wanneer de opeenstapeling van storingen en achterstallig onderhoud dan eens zorgt voor een lange stilstand of een ernstig incident, wordt iedereen in de organisatie flink wakker geschud. Dan komen er de nodige maatregelen en wordt er opnieuw geïnvesteerd in preventief onderhoud en betrouwbaarheid. Hierdoor begint het aantal ‘patiënten’ te dalen. Er zijn minder storingen en de MTBF, de gemiddelde tijd tussen falingen, neemt af. Na een tijdje begint iemand zich af te vragen: “Maar waarom doen we al dit preventief onderhoud? Er loopt toch nooit iets fout?” En ja hoor, alle preventieve maatregelen worden losgelaten en het aantal falingen begint weer gestaag te stijgen. Een dynamiek die maar al te vertrouwd in de oren klinkt, niet?
En wat met onze technici?
Net zoals er in ziekenhuizen een groot tekort is aan verpleegkundigen, kampen heel wat bedrijven met een tekort aan technici. In West-Vlaanderen staat de spanningsindicator voor technici industriële installaties op 0,24. Dit betekent dat er 4 openstaande vacatures zijn per (theoretisch) beschikbare werkzoekende. Ter vergelijking: gemiddeld genomen zijn er bijna drie beschikbare werkzoekenden per vacature, wat één van de laagste cijfers is van de voorbije jaren. Door de tekorten komt er steeds meer druk op de schouders van de technici die aan de slag zijn. Wat staat er ons te wachten als ook die technici op het tandvlees beginnen te zitten? Wat dan met de productiecapaciteit in onze bedrijven?
Wim Vancauwenberghe
Maintenance Evangelist en Directeur van BEMAS