OMSLAGVERHAAL  
Maintenance Magazine 153 – september 2021

Ontmanteling Belgische kernreactoren werk van lange adem

Van 2022 tot 2025 lopen de uitbatingstermijnen van de zeven Belgische kernreactoren voor elektriciteitsproductie. Volgens de huidige wetgeving kunnen ze niet meer verlengd worden. Maar ook nadat de reactoren definitief zijn stilgelegd blijft er nog veel werk uit te voeren in de kerncentrales van Doel en Tihange.

Koen Mortelmans

In 2003 legde de regering Verhofstadt 1 bij wet vast dat de uitbatingstermijnen van de nucleaire reactoren in ons land na veertig jaar niet zouden worden verlengd. Dat betekende dat Doel 1 en 2 en Tihange 1 in 2015 dicht moesten, Doel 3 in 2022, Tihange 2 in 2023 en Doel 4 en Tihange 3 in 2025. In 2009 sloot de regering Van Rompuy een overeenkomst met uitbater en hoofdeigenaar Electrabel om de uitbatingstermijn van de drie oudste reactoren met tien jaar te verlengen. Twee jaar later kwam de regering di Rupo daarop terug voor Doel 1 en 2. De regering Michel besloot einde 2014 om op en over de valreep (Electrabel was al met de voorbereidingen tot uitdienstneming begonnen) ook die twee reactoren tien jaar extra te geven. Angst voor elektriciteitstekorten tot zelfs gedeeltelijke uitval van het Belgische net was hiervoor een belangrijke motivatie.

Politiek gekibbel

Momenteel kibbelen politici over een nieuwe wetswijziging. De voorstanders van het behoud vrezen dat zonder de goedkope elektriciteit van kerncentrales, de Belgische industrie haar concurrentievermogen zou kwijtspelen. Er bestaat wel eensgezindheid om niet meer terug te komen op de sluiting van de vijf oudste reactoren. Alleen van Doel 4 en Tihange 3, de jongste en krachtigste reactoren, zou de uitbatingstermijn met tien jaar kunnen worden verlengd. Electrabel liet al weten dat het al te laat is om zo’n beslissing te nemen, omdat de voorbereidingen voor de nodige investeringen in aanpassing van de infrastructuur en de aankoop van geschikt splijtbaar materiaal nu al bezig zouden moeten zijn om na 2025 één of twee reactoren operationeel te houden. Omdat de sluitingswet nog altijd bestaat, zette de uitbater die voorbereidingen intussen volledig stop.

Veiligheidsmaatregelen niet afbouwen

“Ook nadat de elektriciteitsproductie is stopgezet, stoppen de splijtstofelementen in de reactoren niet meteen met het produceren van warmte”, verklaart Peter Vyvey, decommissioning manager van de kerncentrale van Doel. “De eerste vijf jaar na het stilleggen blijven bijna alle veiligheidsmaatregelen gehandhaafd, onder meer de metingen van radioactiviteit en de controle en het onderhoud van de dieselgeneratoren en de pompen voor de koelwatersystemen.” Het beheer van radioactief afval zal nog langer duren. België is het laatste Europese land dat de beslissing over de berging van langlevend radioactief afval moet nemen. Federaal minister van energie Tinne Van der Straeten (Groen) wenste niet te antwoorden op onze vraag naar een timing daarvoor. Dit betekent dat de containers met verbruikte splijtstof voorlopig (en dat is een erg rekbaar begrip) blijven staan op de sites van Doel en Tihange. “Op termijn zullen we minder operatoren nodig hebben voor elektriciteitsproductie”, aldus Vyvey. “Nu zijn er nog operatoren in opleiding. Zo’n opleiding duurt wel twee jaar. Maar het laat zich raden dat er nog weinig nieuwe kandidaten zullen opdagen voor een installatie die weldra definitief uit dienst wordt genomen. Mede door de natuurlijke afvloei kunnen we onze medewerkers werkzekerheid bieden tot einde 2027. Onze directie heeft zich daarvoor tegenover de vakbonden en het personeel geëngageerd.” De huidige medewerkers hebben de nodige basisknowhow opgebouwd om ook heel wat ontmantelingstaken op zich te nemen. “Zoals het veilig spoelen van de leidingen of het afvoeren van de olie uit de turbines. Wat wel verandert is de manier van werken. Wie het gewend was om vaste, routineuze taken uit te voeren, zal nu meer projectmatig moeten werken.”

Projectmatige aanpak

Een projectmatige activiteit is bijvoorbeeld het verwijderen van asbest. “Daarmee kunnen we al vroeg starten. Er komen ook nieuwe onderhoudsactiviteiten, zoals het uitvoeren en onderhouden van metingen op bouwafval dat voortkomt uit de ontmanteling. En het onderhoud van de bestaande en nieuwe installaties nodig om dit afval te verwerken. Leveranciers en contractoren die specifiek werken rond draaiende onderdelen van de reactoren, zullen we na de stop van de elektriciteitsproductie wel minder nodig hebben. Daarnaast gaan we bepaalde taken internaliseren”, zegt Vyvey. Daarvoor kijkt Electrabel in de eerste plaats naar zijn huidige medewerkers en gespecialiseerde firma’s. “Voor typische nucleaire activiteiten vinden we het belangrijk een beroep te kunnen doen op mensen met de nodige expertise en ervaring. Dat komt de veiligheid en efficiëntie ten goede.” Minder zeker is de toekomst van het FANC, de toezichthouder op de nucleaire installaties in België. Woordvoerster Ines Venneman: “Onze financiering is reglementair vastgelegd, met bijdragen van de gecontroleerde instanties: nucleaire industrie, ziekenhuizen, tandartsen en dierenartsen. De kerncentrales wegen het zwaarst door. Voor een kernreactor die energie produceert, liggen de bijdragen hoger dan voor een reactor in ontmanteling. We zullen niet meteen minder werk hebben. Onze specialisten zullen wel hun focus moeten verschuiven van werkende installaties naar ontmanteling, transport en opslag van radioactief afval. Daarnaast vervult het FANC ook tal van andere opdrachten om bevolking en leefmilieu te beschermen tegen de risico’s van ioniserende straling. We zoeken samen met de regering een oplossing voor onze toekomstige financiering.”

Extra banen

Ook bij Niras en haar dochteronderneming Belgoprocess, die instaan voor het beheer van radioactief afval, verschuift er wat. “Vermoedelijk zullen we zelfs een tiental extra mensen moeten aanwerven om het ontmantelingsafval ter plaatse te inspecteren en om mee te werken aan de investeringen die op onze site in Dessel nodig zijn voor de veilige opslag van het categorie B-afval afkomstig van de kerncentrales”, meent woordvoerster Sigrid Eeckhout. “De eerstkomende jaren zal de hoeveelheid te verwerken radioactief afval niet noemenswaardig verminderen.”

Opwerking van brandstoffen

Een gedeeltelijk alternatief voor directe berging van het afval is het opwerken van gebruikte splijtstoffen. Opwerking is de scheiding van de splijtstoffen in drie componenten: splijtingsproducten (het echte hoogactieve afval, minder dan 5% van het volume), het overblijvende, grotendeels niet-splijtbare uranium en het plutonium dat erin is gecreëerd tijdens het gebruik in de reactor. Het plutonium kan verwerkt worden tot nieuwe brandstoffen (MOX splijtstof). “De techniek voor opwerking is al in de jaren zestig en zeventig ontwikkeld, onder meer bij het Belgische Eurochemic. Het productieproces voor MOX is een ontwikkeling van ons eigen onderzoekscentrum. Belgonucléaire paste het jarenlang op industriële schaal toe in Dessel”, vertelt specialist Sven Van den Berghe van het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN. In het Franse La Hague bevindt zich een opwerkingsfabriek en in Marcoule een MOX fabriek. Die zijn op basis van de in België ontwikkelde expertises gebouwd. Onder meer Frankrijk en Japan laten ook vandaag hun verbruikte splijtstoffen opwerken. “België is daarmee gestopt in 1993. Het was toen goedkoper nieuwe splijtstoffen aan te kopen. De beslissing tot opwerking van de huidige stock aan verbruikte splijtstof kan technisch nog altijd worden genomen, zodat er een veel kleiner volume langlevend radioactief afval zou moeten worden geborgen.” Bert Wollants (N-VA), voorzitter van de Kamercommissie energie: “Wij zijn voorstander van een opwerking, mits het nuttig kan worden gebruikt.” Daarmee blikt hij al vooruit naar een nieuwe uitbatingsvergunning voor één of twee reactoren.

Kostprijs

Een probleem is de enorme kostprijs voor de ontmanteling van de reactoren en de verwerking en langdurige berging van het afval. Electrabel was verplicht daarvoor geld opzij te zetten, bij dochterbedrijf Synatom. De overheid bepaalt hoeveel. Momenteel is zowat 75% van die spaarpot uitgeleend … aan Electrabel zelf. “Dat is wettelijk helemaal in orde”, aldus Wollants. “Maar de regering zou er goed aan doen dit wettelijke percentage via een nieuwe regeling terug te schroeven en te verkleinen naarmate er meer operationele capaciteit uit dienst wordt genomen. Het traject voor het gebruik van het geld voor de principieel beoogde doeleinden hangt af van de beslissing die de regering nog altijd moet nemen over diepe berging.” Electrabel heeft zich in 2019 geëngageerd om het volledige provisiebedrag voor het splijtstofbeheer tegen 2025 terug te storten naar Synatom. Over die berging lopen al meer dan tien jaar studies. Aanvankelijk was een berging in geschikte kleilagen op een diepte van 200 m voorgesteld. Vorig jaar is dit verstrengd naar 400 m. Daarvoor wordt vooral gekeken naar een Ieperiaanse kleilaag in de buurt van Doel. Op dit ogenblik worden de ontmantelings- en bergingskosten tot 2100, inflatie inbegrepen, op 40 miljard euro geschat, terwijl de tot 2021 opgespaarde tegoeden van Synatom 6,3 miljard euro voor de ontmanteling en 8,1 miljard euro voor de berging bedragen. Tot 2025, het einde van de exploitatie van de kerncentrales, vult Electrabel deze provisies verder aan. Daarna zullen vooral de provisies voor de berging van het afval nog tientallen jaren organisch aangroeien, laat Electrabel weten.