COLUMN
Maintenance Magazine 151 – april 2021
Wanbetaling en corona (deel 1)
Ondanks het feit dat de regering steunmaatregelen voorziet, zijn er toch ondernemers die hun vaste kosten zoals huurgelden niet kunnen betalen. Op welke wettelijke principes kunnen zij zich beroepen om deze ‘wanbetaling’ te verantwoorden?
De belangrijkste plicht van een huurder is het betalen van de huurprijs, ongeacht of het gaat om een handelspand, gebouw, winkel of woning. De eigenaar/verhuurder moet het rustig genot van zijn goed verlenen aan zijn huurder. Artikel 1722 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat “indien het verhuurde goed gedurende de huurtijd door toeval geheel is teniet gegaan, is de huur van rechtswege ontbonden; indien het goed slechts ten dele is teniet gegaan, kan de huurder, naar gelang van de omstandigheden, ofwel vermindering van de prijs, ofwel zelfs ontbinding van de huur vorderen. In geen van beide gevallen is schadeloosstelling verschuldigd.” In Wallonië werd artikel 1722 BW opgeheven. Daar is het Waals woninghuurdecreet van 15 maart 2018 van toepassing. Maar de inhoud van artikel 12 houdt vast aan deze principes.
Toegepast op corona
Daar in deze coronatijden de huurder zijn pand niet kan gebruiken zoals zou moeten (bijvoorbeeld omdat hij zijn klanten niet kan ontvangen in het gehuurde pand), kunnen we te maken hebben met ‘ten dele teniet gaan’ zoals in de wetgeving vermeld staat. Dit hoeft immers niet louter om materieel tenietgaan van het goed (bijvoorbeeld in het geval van brand) te gaan. Het kan ook een geval zijn van ‘juridisch’ tenietgaan. Gaat het gehuurde pand ten dele teniet, dan kan de huurder ofwel een huurontbinding vragen ofwel een vermindering van de huurprijs. Doch dit kan alleen gebeuren door een beroep te doen op een rechter.
De theorie van het ‘rechtsmisbruik’
Met ‘rechtsmisbruik’ bedoelt men dat men een recht gaat uitoefenen op een zodanige manier dat het de grenzen van een normale uitoefening te buiten gaat. Bijvoorbeeld wanneer een eigenaar van een woning een muur net iets te ver over de perceelsgrens bouwt. Zijn buurman eist dat hij dat rechtzet en zijn heel huis afbreekt. In deze coronatijden kan er sprake zijn van ‘rechtsmisbruik’ indien de verhuurder, ondanks het feit dat zijn huurder zijn zaak heeft moeten sluiten, toch nog de volledige huurprijs zou vragen bij niet betaling. Natuurlijk is dit iets dat door de rechtbanken moet beoordeeld worden en zullen hiertoe alle juiste feiten en omstandigheden nauwkeurig moeten bekeken worden.
Door Solange Tastenoye, Zelfstandig Juriste
In de volgende bijdrage halen we enkele praktijkvoorbeelden aan. Wordt dus vervolgd.