COLUMN  
Maintenance Magazine 147 – maart 2020

Machineonderdeel ongewenst vervangen: wat nu?

In de productie valt een machine uit. Ze kan niet meer nog opgestart worden zodat een technieker van de fabrikant moet langskomen. De machine wordt hersteld, de productie start opnieuw op maar bij de ontvangst van de factuur blijkt er een heel duur onderdeel vervangen te zijn en dit zonder iets te vragen. Heeft een bedrijfsleider enig verweer hiertegen?

Door Solange Tastenoye, Zelfstandig Juriste

Een voorbeeld uit de praktijk. De firma Willems heeft pech met een machine. Willems neemt contact met de machinebouwer/verkoper Peeters en deze komt ter plaatse. Een paar maanden later laat de machine het opnieuw afweten. Peeters stelt vast dat weer hetzelfde onderdeel stuk is. Hij beslist om de complete component waarvan dit onderdeel deel uitmaakt te vervangen. Dit zijn echter zware kosten: 14.000 euro. Willems schrikt enorm bij het zien van de factuur. Willems verwijt Peeters dit stuk te hebben vervangen zonder toestemming te vragen, temeer omdat de machine al ettelijke jaren oud was. Willems betwist onmiddellijk de factuur en vraagt deze kwestie in der minne op te lossen. Dit lukt echter niet.

Is er sprake van een overeenkomst?

De rechter moet in de eerste plaats nagaan of er een ‘overeenkomst’ bestaat en zo ja wat het voorwerp van deze overeenkomst is. Hij is van mening dat gezien de omstandigheden het bestaan van enige overeenkomst tussen Peeters en Willems niet bewezen is zodat de firma de voorgelegde factuur niet dient te betalen. Peeters kan zich onmogelijk met deze uitspraak verzoenen en hij gaat in beroep.

Goedkeuring van de klant vragen

Deze rechter meent dat er sprake is van een aannemingsovereenkomst met als doel het herstellen van de machine. Het ging hier om het verrichten van een materiële daad zonder in ondergeschikt verband te staan. De rechter oordeelt dat indien er in het begin geen prijs gegeven kan worden, zelfs niet bij benadering, het de plicht is van elke redelijke en normaal voorzichtige machinebouwer/hersteller om de goedkeuring van de klant te vragen indien blijkt dat de kosten hoog oplopen. De klant moet kunnen beslissen of hij deze kosten wil dragen of liever opteert voor een andere oplossing. Peeters mocht zijn klant niet voor een voldongen feit stellen. De rechter beslist daarom dat Willems slechts een deel van de factuur dient te betalen, meer bepaald de kosten voor de eerste herstelling van het kleinere onderdeel. De kosten van het dure stuk maken volgens de rechter geen deel uit van de aannemingsovereenkomst. Bovendien kan Peeters niet aantonen dat Willems toestemming zou hebben gegeven tot het herstellen van het volledige stuk.

Besluit

In de eerste plaats is het noodzakelijk te weten wat de precieze omstandigheden zijn. Was de machine oud? Was ze nog maar net geleverd? Was ze al eerder stuk gegaan? Heeft de technieker alles naar behoren hersteld? … Aan de hand van al deze omstandigheden zal de rechter een uitspraak moeten doen. In vele gevallen stelt hij een expert aan om duidelijk te achterhalen wat de juiste toedracht was van het stukgaan van de machine. Daarna is het altijd afwachten hoe de rechter deze feiten zal interpreteren.