VOORWOORD  
Maintenance Magazine 144 – juni 2019

Als de rook rond de Notre Dame is verdwenen …

Ongetwijfeld staan de beelden van de brandende Notre Dame in Parijs ook in jouw geheugen gegrift. Op maandagavond 15 april ontstond in het meest bezochte gebouw in Europa een hevige brand die het eeuwenoude dak, inclusief de spits, volledig vernietigde.

De dakstructuur van in totaal 140 m lang en 13 m breed en een hoogte van 10 m bestond uit honderden eiken balken. Voor de constructie in de 12 en 13e eeuw, werden 1.300 drie- à vierhonderdjarige eiken gerooid. Het dak had dus niet toevallig de bijnaam ‘het woud’. Terwijl het puin nog rookte, sprak de Franse president de ambitie uit om binnen de vijf jaar de Notre Dame opnieuw op te bouwen. Deze heropbouw wordt ongetwijfeld een heel interessante case. Er rijzen nu al grondige meningsverschillen tussen historici, monumentenbeschermers, restaurateurs, architecten, kunstenaars en milieuactivisten. Maar ook als onderhoudsprofessional zijn er enkele interessante kanttekeningen te plaatsen bij de brand van de Notre Dame.

Onderhoud oorzaak van de brand?

Laten we beginnen met de omstandigheden waarin de brand is ontstaan. Momenteel is de precieze oorzaak nog onduidelijk, maar feit is wel dat er sinds enkele weken belangrijke onderhouds- en restauratiewerken aan de torenspits werden uitgevoerd. De eerste vlammen werden waargenomen ter hoogte van de grote stelling en de toren waar eerder die dag werken plaatsvonden. Het is dan ook logisch dat die onderhoudswerken meteen werden geviseerd als mogelijke oorzaak van de ramp. Nog dezelfde nacht werden de restauratietechnici door de onderzoeksrechter ondervraagd. Een brandtechnisch onderzoek van het puin moet verder uitsluitsel brengen of er fouten zijn gebeurd bij de werken, of dat de brand is ontstaan door een kortsluiting of een andere niet te voorziene omstandigheid. Gezien de grote schade is het echter waarschijnlijk dat we de exacte oorzaak nooit te weten komen.

Zuur

Dat hoeft ook niet. Wat mij betreft is de ware oorzaak van de brand zonneklaar: de onderwaardering van onderhoud door onze maatschappij. Er was immers al jaren ernstige schade vastgesteld aan het 856-jarige gebouw. Om de hoognodige herstellingen uit te voeren was 60 miljoen euro nodig. De Franse staat was bereid om gedurende tien jaar jaarlijks 2 miljoen euro te beschikking te stellen, op voorwaarde er vanuit privéfondsen eenzelfde bedrag werd gefinancierd. De ‘Fondation Avenir du Patrimoine à Paris’ ging in 2014 vol goede moed aan de slag en ging zelfs tot in de VS op zoek naar de nodige fondsen. Blijkbaar was het niet zo gemakkelijk om schenkers te vinden.

Vijf jaar later stond de teller op pas

3 miljoen euro geschonken door 200 weldoeners en kon worden gestart met de eerste werken. Het contrast kan niet groter zijn met het miljard euro dat binnen de maand na de brand werd geschonken door vele bedrijven en 300.000 particulieren. Ik vind het bijzonder zuur om te moeten vaststellen dat onze samenleving wel bereid is om massaal fondsen te voorzien om ruïnes uit de as te laten verrijzen, maar helemaal niet bereid is om voor slechts een fractie van de kost te voorkomen dat haar cultuurhistorische assets tot ruïnes vervallen. Hoeveel branden gaan we nog nodig hebben om gezond verstand te laten zegevieren? <<

Door Maintenance Evangelist Wim Vancauwenberghe, Directeur van BEMAS