VOORWOORD
Maintenance Magazine 143 – maart 2019
To shut down or not to shut down? That’s the question !

Door Maintenance Evangelist, Wim Vancauwenberghe, Directeur van BEMAS
PreviousNextDe Amerikaanse shutdown domineerde de voorpagina’s. 800.000 ambtenaren die niet konden werken of moesten werken zonder loon. Volgens het Congressional Budget Office kostte de 35-daagse shutdown de Amerikaanse economie maar liefst 11 miljard dollar.
Ook in onze wereld van kapitaalintensieve assets kennen we shutdowns. Terwijl voor het ene bedrijf de term ‘shutdown’ slaat op de fase van een turnaround waarbij de productie wordt stilgelegd, is voor een ander bedrijf het begrip vrijwel synoniem met het gehele turnaround-proces. Een shutdown of turnaround is in de industrie, in tegenstelling tot die bij de Amerikaanse overheidsinstellingen onontbeerlijk voor de continuïteit van het bedrijf. Veel essentiële inspecties, herstellingen en onderhoudstaken kunnen enkel als de installatie veilig uit dienst is genomen. Ook uitbreidingsprojecten vereisen veelal een stilstand.
De economische impact van een stilstand is niet te onderschatten. Benchmarks tonen aan dat ze 2 tot 5 % van de theoretisch beschikbare productiecapaciteit oppeuzelen. In de chemische industrie happen stilstanden 30 tot 50 % uit het onderhoudsbudget. Maar dat is niet alles. Stilstanden hebben, door het feit dat er geen productie is, een grote impact op de supply chain van de geproduceerde producten en daarmee ook op de marktprijzen. Zo waren de prijzen op de Europese MMA-markt (Methyl Methacrylaat) begin 2018 historisch hoog door een combinatie van geplande en ongeplande stops bij producenten. De kosten van een uitlopende shutdown kunnen dan ook behoorlijk aandikken door de extra kosten voor uitlopende werkzaamheden maar vooral door de extra gemiste productie en de reputatieschade met mogelijk verlies van klanten als de leveringsbetrouwbaarheid in het gedrang komt.
Zover hoeft het niet te komen. Een goed omschreven en vastgelegde scope, een tijdige voorbereiding en heldere afspraken met de contractors helpen je shutdown al een aardig stuk op weg. Er zijn ook tal van slimme hulpmiddelen om een stop efficiënt en binnen de voorziene tijd te laten verlopen. Zo kan een hands-on-tool-time meting helpen om onnodige wachttijden te verminderen. Centraal aangelegde licht-, lucht- en stroomvoorzieningen helpen om kosten te besparen en de veiligheid te verhogen. Intelligente IoT-sensoren met track & trace functionaliteit kunnen helpen om het vorderen van de repair & overhaul van tijdkritische componenten te bewaken.
De belangrijkste succesfactor van een stop is echter de voorbereiding. En hoewel een onvoldoende georganiseerde stop er nog steeds in zal slagen om 90 % van de jobs tijdig uit te voeren (zij het met meer moeite), dan nog zal net die overige 10 % ervoor zorgen dat de stop uitloopt, er een grotere kans is op veiligheidsincidenten en de stop duurder zal uitvallen dan initieel begroot.
Tijdig en voldoende voorbereiden is dus het motto. Investeren in een week extra voorbereiding en planning door de shutdown-organisatie compenseert ruimschoots de kosten van een extra dag stilstand. Ook investeren in aandacht voor de kwaliteit van de uitgevoerde werken is zo terugverdiend door de extra beschikbaarheid en capaciteit van het productie-apparaat éénmaal terug in dienst.
Maar dat is niet alles. Heb je al eens nagegaan of alle in de shutdown voorziene werken wel echt nodig zijn? En heb je al nagedacht over de mogelijkheden om het interval tussen twee stilstanden te vergroten? Misschien kan je er voor zorgen dat sommige ‘traditionele’ stilstanden helemaal niet meer hoeven te gebeuren? ‘To shutdown or not to shutdown’. Denk daar eens ernstig over na. <<