Info & reservaties: Patrick Vandenkendelaere op +32 (0)475 76 32 69 of via patrick.vandenkendelaere@mainpress.com

 

  FOTO'S EVENEMENT  

30 november 2017

Geslaagde eerste Maintenance happening 2017

Op de guurste, laatste novemberdag van het jaar trotseerden een vijftigtal maintenance-adepten weer en verkeer voor de eerste Maintenance happening die Maintenance Magazine in Sint-Niklaas organiseerde. De agenda voorzag spannende leermomenten, productstanden van gespecialiseerde toeleveranciers en ruim tijd voor netwerken. Even over die leermomenten.

De kick-off gaf Wim Vancauwenberghe, directeur van BEMAS, die inspeelde op de steeds luider klinkende roep van de industrie naar ‘bekwame mensen’. Tijdens zijn presentie -Hoe de jobtevredenheid van uw technici en meteen ook de betrouwbaarheid van uw installaties verhogen?- gaf hij met cijfers aan dat onderhoud loont. “Maar als je gaat investeren in reliability, duurt het 3 tot 5 jaar vooraleer je daarvan de vruchten kunt plukken. En welke manager investeert nog met een ROI van 5 jaar?” Een probleem dat een duurzamer tijdsperspectief vergt.

In een tweede luik belichtte hij hoe onderhoud een ‘knelpuntberoep’ is. “Nu staan er 507 jobs open als onderhoudsmechanicien. Wie ontevreden is op een job, vindt wel snel een andere. Er is té weinig instroom. Het is dus belangrijk de mensen die je wel hebt, te kunnen houden.” Hoe doe je dat? Daarrond ontvouwde hij het concept van de vijf magneetfactoren. “Hoe hoger je scoort op de ‘magneetscore’ des te tevredener de medewerker en ook des te hoger de score op reliability cultuur, des te minder technische incidenten.” Wie houdt er nog jobsatisfactie-enquêtes in bedrijven? vroeg Vancauwenberghe er op wijzend dat “hoe tevredener iemand is op de job, des te minder is ie geneigd te vertrekken.” Hij rondde zijn presentatie af met “houdt je technici tevreden, let en werk op de vijf magneetfactoren en de onderhoudsdienst kan zich ook structureler opzetten. “Don’t just fix it, improve it.”

Leiderschap is iets voor allemaal
Na de middagpauze ging Kris Vanhoof -coach en trainer met een technische achtergrond- op haar speels directe manier op zoek naar de ideale leider. “Er bestaat niet zoiets als de ‘ideale leider’. Wat je kan worden, hangt van je persoonlijkheid af.” Haar kleurrijke blik bracht ieders natuurlijke capaciteiten onder in een kleurenwiel met vier basiskleuren/karakters -blauw, groen, geel en rood- en wat dat in de praktijk betekent, zowel in termen van positieve eigenschappen en dynamieken als in minder gunstige omstandigheden.

Blauw staat dan voor koel gestructureerd, voorzichtig, nauwkeurig, gedetailleerd, houden van regels, cijfers, procedures…  “Met dat soort leiders kunnen we zeker iets doen? Groen is mensgericht, harmonie, zorg, rust, … “Relatiemensen zijn geduldig en ontspannen.” Geel dat zijn de enthousiaste creatievelingen met grote ideeën en visies en “ook die zijn nodig” maar evenzeer de ‘rode’ karakters die kordaat en vastberaden hun energie op doel kunnen richten. Maar iedereen heeft wel eens stress en dan komen de kleine kantjes naar boven. “Dan overdrijven we binnen onze kleur.” Hoe vertaalt zich dat in het onderhoudsgebeuren zoals Van Hoof dat in de praktijk van haar loopbaan ervoer en hoe kan je dat kanaliseren. Met Machiavelli geeft ze mee dat niets zo moeilijk is als verandering. “Mensen moet je gebruiken op hun sterktes.”

Met Maintenance 4.0? schuiven we trouwens naar een wereld die volatiel, onzeker, complex en ambigu is. “Het is niet meer van de ene verandering naar de andere. Veranderingen zijn er ten alle kant, altijd. Vastheid, zekerheid, vergeet het. Onzekerheid is de regel. Het wordt snel té complex. Goed en fout bestaan niet meer. Het vraagt veerkracht en je emoties onder ogen durven zien.” Uiteindelijk is er een mindshift nodig: van leiderschap naar fellowship. “Het is niet meer een job van één, maar van meer. Leiderschap is iets voor allemaal.”

Een goed verhaal
Werner Van Acker, die bij Evonik stilstanden, shutdowns en turnarounds organiseert, sloot de namiddag met “Hoe overtuig ik mensen om mee te gaan in mijn verhaal.” Zijn verhaal begon hij met een citaat van voetballer Johan Cruiff: “Om gelukkig te zijn, moet je dingen doen waar je gelukkig van wordt.” Hij startte als meet- en regelingenieur en kwam snel tot de vaststelling dat een manager een ‘vertaler’ is. Dat bracht hij onder in een ‘tienpuntenprogramma’. Het is belangrijk dat je een goed verhaal hebt. Het mag best een beetje spannend zijn. Milestones moeten er zijn. “Want hoe eet ik een olifant op? Hap na hap.” Wie stop je in je team? “Ik ken mezelf en mijn eigen kleuren.” Het team moet graag complementair zijn. Zorg dat er verschillende soorten mensen in je team zitten. “Maak van je personages ‘likeables’. Ze hoeven niet perfect te zijn.” Naast een stevige plot moet je ook een goed ‘slot’ voorzien. “Hoe eindigt het verhaal. Zorg dat mensen verwonderd worden.” Kies een vertelvorm en één doel, niet teveel deelprojecten, niet teveel wijzigingen. “Wees duidelijk.” Gebruik niet teveel details. Laat dingen weg zodat anderen ze kunnen invullen. “Show, don’t tell.” “Wat je afspreekt met je team, doe het ook zelf.” Van Acker spreekt van ‘integriteit’. En tot slot: “Wees niet bang. Eigenlijk komt het erop neer dat je er zelf een stuk plezier aan hebt. Have fun.”